Toen mijn vrouw Yvette en ik op 18 februari 2020 op het vliegtuig naar Aruba stapten, hadden we eigenlijk al een bijzondere tijd in het vooruitzicht. We gingen immers niet op vakantie, maar gingen emigreren naar Aruba, in elk geval voor drie jaar, omdat ik per 1 maart aan de slag ben als universitair gastdocent Arubaans straf(proces)recht aan de Universiteit van Aruba.
Het Arubaanse strafrecht lijkt erg sterk op het Nederlandse: vrijwel dezelfde gedragingen zijn strafbaar, en de opsporing en berechting ervan is vergelijkbaar geregeld. Mijn ervaring als docent aan de Radboud Universiteit te Nijmegen zou dus wel van pas komen, was mijn gedachte. Instructie geven, scripties en essays begeleiden, oefenrechtbanken organiseren, dat zou ook op Aruba wel moeten lukken.
VOORBEREIDING
Yvette en ik hadden ons praktisch en mentaal voorbereid op (1) een paar maanden elk uit twee koffers leven, (2) even te moeten wachten op onze container met huisraad, die vanuit Rotterdam zou vertrekken, (3) een tijdje verblijven in een klein appartement in afwachting van de sleutel van ons nieuwe huurhuis, (4) het doorlopen van een uitgebreid immigratieproces, etc. En natuurlijk hadden we al wel eens over het Corona-virus gelezen, maar ach, hoe groot is nou de kans dat dat vanuit China helemaal Aruba bereikt….
GROOT GENOEG! Naast alle veranderingen in ons dagelijks leven, zijn ook mijn werkzaamheden als docent door de corona-maatregelen behoorlijk anders geworden. Gelukkig kon ik nog ongeveer twee weken inwerken, kennismaken, inloggegevens verkrijgen, boeken en wettenbundels ophalen enzovoort, maar sinds medio maart is de universiteit in feite gesloten.
GEEN BUSINESS AS USUAL
Middenin een onderwijsblok konden opeens geen klassikale lessen meer worden gegeven, geen groepsgesprekken worden georganiseerd of spreekuren worden gehouden. Bovendien moesten halsoverkop oplossingen worden gevonden voor de (betrouwbare!) afname van tentamens.
Inmiddels is een nieuw onderwijsblok gestart. Ik verzorg daarin lessen Arubaans straf(proces)recht aan circa 35 eerstejaars studenten. Hoewel ik vijf jaar lang een vergelijkbaar vak in Nijmegen heb gegeven, is dat zeker geen business as usual meer.
DOCEREN VIA LAPTOPSCHERM
In plaats van klassikale bijeenkomsten, loggen de studenten en ik nu drie keer per week in op BigBlueButton, een op onderwijs gericht videoconferencing programma. Dat programma werkt prachtig, maar de groep is eigenlijk te groot om aan de studenten te vragen hun camera aan te zetten. Ik doceer dus als het ware aan mijn laptopscherm.
Daarbij komt dat alle studenten in principe hun microfoon uitzetten, om te voorkomen dat achtergrondgeluid en gekuch gaan overheersen. Dat leidt er helaas toe dat vrijwel alle communicatie via de chatbox plaatsvindt. Dat betekent weer dat de onderwijsbijeenkomsten langer duren dan gewoonlijk (ook omdat mijn eigen microfoon niet altijd meewerkt en, eerlijk is eerlijk, ik soms na de pauze het onderwijs voortzet maar na 2 minuten ontdek dat mijn microfoon en camera nog uitstaan…).
LASTIG OOK VOOR STUDENTEN
Hoe vergaat het de studenten intussen? Het is lastig om daarvan een volledig en duidelijk beeld te vormen, maar indrukken krijg ik wel. Een aantal studenten heeft thuis geen of een gedeelde computer, of volgt de lessen via hun telefoon. Sommige studenten volgen de lessen vanaf hun bed of bank.
Een (groot?) deel van de studenten is al wat ouder en combineert studeren met werk, wat zeker in deze tijd kunst-en-vliegwerk vraagt. Eén student liet zelfs weten dat zij alleenstaande moeder is, een baan heeft als leraar in een middelbare school en thuis belabberd internet heeft en daarom in de praktijk eigenlijk nauwelijks aan studeren toekomt…. Ik denk dat zij niet de enige is.
TOCH OOK VOORDELEN
Ondanks al die ‘uitdagingen’ en dankzij een paar kleine aanpassingen aan het onderwijs hebben we inmiddels een prettig ritme gevonden. Digitaal onderwijs heeft zelfs voordelen, ik kan bijvoorbeeld de geluidsopnamen voor de presentaties opnemen wanneer ik maar wil, gekleed in ‘strandtenue’. We zullen alle voordelen wel móéten ontdekken en waarderen, want in een anderhalve-meter-samenleving kan ook het van oudsher qua contacturen beperkte universitaire onderwijs waarschijnlijk niet meer hetzelfde blijven.
Geert Pesselse
april 2020